“I build this garden for us, in this garden, this lovely garden, I build a temple of love…” zingt Lenny Kravitz in Let Love Rule. Diep in ieder van ons leeft die hunkering naar een plek waar enkel liefde en vertrouwen heersen. In onze westerse beschaving, heel sterk geïnspireerd door de joods-christelijke traditie, is de tuin het archetype van dit verlangen. Hedendaagse cineasten zoals Tykwer, Bier en Zvjagintsev gebruiken doelbewust deze metafoor. De tuin als het ultieme paradijs of als de illusie van het volmaakte geluk?

De auteurs van de Bijbel bundelden hun inzichten over deze menselijke ambiguïteit in de eerste elf hoofdstukken van het boek Genesis. In een mythische oertijd die het concrete overstijgt, lezen we het universele verhaal van de ‘condition humaine’, over de mens die met vallen en opstaan poogt meer mens te worden.

Op het plafond van de Sixtijnse kapel vereeuwigde Michelangelo de verschillende taferelen van de Bijbelse scheppingsverhalen. Die scheppingsmythen vormen een diptiek. Het eerste luik is de liturgische hymne die vertelt over de schepping in zes dagen. Het tweede paneel is het paradijsverhaal. We lezen hier, heel summier samengevat, het verhaal over de mens die in de tuin wordt geplaatst en die vrijwel onmiddellijk het goddelijk gebod overtreedt waardoor hij uit de tuin verbannen wordt. Met het project Eden willen wij vooral focussen op de existentiële rijkdom van deze kleurrijke vertelling die ook vandaag nog van tal van kunstenaars inspireert.

Het is uitermate boeiend deze antropologische gelaagdheid wat dieper te verkennen. God vormt de mens uit het stof van de aardbodem, blaast hem de levensadem in en onmiddellijk worden er drie belangrijke richtlijnen voor hem uitgestippeld.

Van alle bomen van de tuin mag de mens eten behalve van de boom van de kennis van goed en kwaad. De hedendaagse lezer is snel geërgerd bij de idee van een beperking van zijn vrijheid. Dit eerste verbod moet echter het verlangen van de mens beschermen. Vanuit de pedagogie weten we dat kinderen graag op hun eigen manier de wereld verkennen maar dat grenzen stellen noodzakelijk is voor hun later psychologisch welbevinden. Ook volwassenen zijn niet gelukkig als er niets meer te wensen valt. Door een grens te stellen, worden we net nieuwsgierig en blijft het verlangen om die grens te overschrijden levend. Bovendien bestaat er niet zoiets als absolute vrijheid. Vrijheid gedijt enkel binnen afgebakende grenzen.

God bedenkt een tweede gebod. Het is niet goed dat de mens alleen blijft. Daarom besluit God een hulp te maken die bij hem past. De dieren worden geschapen, de mens mag hen een naam geven maar een hulp die bij hem past, vindt hij niet. Daarop laat God de mens in een diepe slaap vallen, ontneemt hem een rib die Hij ombouwt tot de vrouw. Dankzij zijn chassidische achtergrond slaagt de Frans-Russische schilder Chagall erin de geboorte van het verschil treffend te verbeelden in zijn Hommage à Apollinaire. Binnen een cirkel die de kosmos symboliseert, ontwaren we in een bijna onmogelijke vortexhouding man en vrouw aan de heup met elkaar verbonden. Gelijkwaardigheid èn verschil kunnen niet adequater uitgedrukt worden. Die haast onmogelijke pose suggereert tevens de eerste kwetsuur. Om de rib bij de man te halen, werd zijn zijde geopend en weer gedicht. Of een menselijke relatie zonder kwetsuur blijkt onmogelijk.

In zijn Tuin der Lusten toont Jeroen Bosch vertederend hoe verrukt de man reageert als God de vrouw bij hem brengt: eindelijk been van mijn gebeente, vlees van mijn vlees, mannin zal zij heten want uit de man genomen. Een authentieke relatie vereist een verschil maar kan enkel op basis van gelijkwaardigheid.

De derde richtlijn schetst de drie voorwaarden waarbinnen een evenwichtige relatie mogelijk wordt. Een man verlaat zijn vader en zijn moeder en hangt zijn vrouw aan en zij worden één vlees. Loskomen van het ouderlijk gezag om met de geliefde een nieuwe toekomst te creëren, emotionele intimiteit en seksuele verbondenheid bieden een context zonder schaamte en vol vertrouwen waarin het kind kan geboren worden.

Ze waren naakt en gelukkig maar aan dit ideaal komt een eind als de vrouw zich laat bekoren door de listige slang en tegen het goddelijke gebod in van de boom van goed en kwaad eet. Bovendien verleidt ze ook Adam om van die verboden vrucht te eten. Als God hen zoekt, verbergen ze zich. Voor het eerst beseffen ze dat ze naakt zijn en dat ze het gebod niet hebben gerespecteerd. God roept hen ter verantwoording en verdrijft hen uit het paradijs. Schaamte en schuld zijn in de wereld gekomen. Het fresco van Massacio in de Brancacikapel in Firenze is een aangrijpende uitdrukking van dit tragisch gebeuren.

In de klassieke exegese wordt dit verhaal gelezen als een uiting van de menselijke hybris of de ontkenning van iedere vorm van transcendentie. De mens wil aan God gelijk worden en verwerpt ieder gezag boven zichzelf. Binnen die interpretatie wordt Eva de schuldige die Adam van het rechte pad afbracht. In de loop van de geschiedenis werd de verboden vrucht gelinkt aan het seksuele. Hoewel er geen enkele indicatie is dat Jezus over naaktheid of seksualiteit heeft gesproken, werd onder invloed van het neoplatonisme in de vroegchristelijke en kerkelijke geschriften het lichaam als zondig beschouwd. In de geschiedenis van de christelijke kunst zijn de voorbeelden waarin Eva wordt voorgesteld als oorsprong van het kwaad legio. Maar misschien moeten we Eva dankbaar zijn. De Bijbel houdt van dappere en sterke vrouwen en Eva is ongetwijfeld één van hen. Ze wil niet langer een willoze marionet zijn, ze hunkert naar kennis, de mens wil weten. Het gaat hier over transgressie, durf, vernieuwing of de verovering van de vrijheid. Verdreven worden uit het paradijs is de prijs die we daar wellicht graag voor betalen.

Een te zware prijs? Eenmaal ten oosten van de Hof van Eden ervaart Eva de lasten van de zwangerschap en de pijn van het baren van kinderen. Adam is gedoemd de akkers te bewerken om moeizaam aan voedsel te geraken. Een dramatisch einde van een paradijselijke toestand of gewoon het leven zoals het is? Het is kouder buiten de tuin en op een bijna aandoenlijke manier geeft God dierenhuiden aan het eerste mensenpaar opdat ze zich kunnen warmen. Op de straf volgt de tegemoetkoming. Lytta Basset merkt in dit verband heel terecht op dat we eerder moeten spreken over “le pardon originel” in plaats van over “la chute originelle” (de zondeval).

Een dramatisch einde of een hoopvol begin van de menselijke geschiedenis? De Bijbel is een verhaal van bevrijding en emancipatie. Wellicht stelt iemand zich de vraag: wat is dan de betekenis of rol van God binnen die context? Hij heeft ons de levensadem ingeblazen, daarmee houdt Hij het visioen van het paradijs levend , de droom van een gelukzalige toestand die veeleer onze bestemming dan onze oorsprong is. De hoop die appeleert aan ons engagement to build this lovely garden, this temple of love.

Katleen Vanbesien